Verkeer

Hij rijdt recht op me af, het vizier van zijn helm open, zijn blik ontspannen. Even ben ik in verwarring. Ik rijd toch aan de goede kant, rechts van de weg? De motorrijder wijkt niet af van zijn lijn, rijdt rustig verder. Dan realiseer ik me dat dit normaal rijgedrag is in Phnom Penh en wijk uit naar links, verder de rijbaan op. Hij rijdt me voorbij zonder op of om te kijken. Dagelijkse kost voor Cambodjanen, maar het maakt mijn eerste fietstocht door Phnom Penh een avontuur.

In 1979 was Phnom Penh vrijwel een spookstad, de Rode Khmer hadden alle bewoners uit de stad verjaagd. Sinds die tijd zijn bewoners teruggekeerd en zijn er veel nieuwe bewoners bijgekomen, inmiddels ongeveer 2 miljoen. Het verkeer is daar niet op berekend. Dat is vooral te merken tijdens de spitsuren, vier keer per dag omdat de meeste Cambodjanen tijdens de twee uur durende middagpauze naar huis gaan. Chaotisch is een enorm understatement voor de verkeerssituatie op die momenten. Dat heeft twee belangrijke oorzaken.

Verkeer in Phnom Penh

Ten eerste kent de stad geen openbaar vervoerssysteem. Er wordt met enige regelmaat een proef gedaan met het opzetten van een stadsbus, maar die mislukt altijd. Niet dat alle Cambodjanen nou beschikken over eigen vervoermiddelen, verre van dat, maar ze zijn wel gewend van deur tot deur vervoerd te worden. De stad wemelt van de tuk-tuks (brommers met aanhangwagen voor het vervoer van vier passagiers, of vijf of zes als je een beetje inschikt) en motortaxis (in principe voor één passagier, maar twee gaat met gemak en als ze niet al te groot zijn kan drie ook wel). Er zijn er zoveel van dat het geen enkel probleem is er één te vinden als je die nodig hebt en ze brengen je precies daarheen waar je wilt. Wel op voorwaarde dat je dat zelf precies weet, want de stratenkennis van de chauffeur is niet altijd even goed. Op zich heeft Phnom Penh een eenvoudig systeem om de weg te vinden: oost-west straten zijn even genummerd, noord-zuid straten oneven, en ze tellen op in logische volgorde. Het stratenpatroon is over het algemeen rechthoekig, dus dat helpt. Wat niet helpt is dat straten niet de hele stad doorlopen. In een deel van de stad kan de nummering van de oost-west straten dus 320-322-328 zijn, terwijl de straten 324 en 326 in een heel ander deel van de stad blijken te liggen. Wat het nog lastiger maakt is dat straatnaam (of -nummer) borden niet bestaan. De enige manier om uit te vinden waar je bent is door op de luifels van de winkels te kijken die meestal het straatnummer vermelden. Je moet het even weten… Als je de straat gevonden hebt, is het volgende probleem het vinden van het goede pand. De straten zijn meestal lang, dus je bent al snel een paar kilometer verder als je alles langs moet. Nou hebben de huizen hier huisnummers, en vaak staan die ook op het pand aangegeven, dus dat lijkt een fluitje van een cent. Mwoh, één probleem slechts, de volgorde van de huisnummers is volstrekt willekeurig en het valt ook niet uit te sluiten dat één nummer meerdere keren voorkomt in een straat. De meest adressen vermelden daarom tussen welke twee straten het pand te vinden is, of op welke hoek. Zie zo nog maar eens je weg te vinden als je nieuw aankomt! Wij waren blij dat we de eerste paar dagen opgehaald werden door een tuk-tuk met een chauffeur die wist waar we heen moesten en die in staat was ons door de verkeerschaos te loodsen.

Motorrijles
Eerste nieuw geleerde vaardigheid: “motor”rijden

De andere reden dat het verkeer in Phnom Penh een chaos is, is dat Cambodjanen zich niets aantrekken van verkeersregels. Het is niet dat ze niet bestaan, maar simpelweg niemand houdt zich er aan. Zoals één van mijn collega’s het formuleerde: een rood verkeerslicht betekent niet dat je moet stoppen, het is een uitnodiging om hier te stoppen als je toch al van plan was dat ergens te doen. De belangrijkste “doorgaande” wegen in Phnom Penh zijn 6-baans verkeersaders. Helaas zijn de beide buitenste banen nauwelijks te gebruiken omdat er vooral op geparkeerd wordt. Tuk-tuks, motortaxi en handkarren staan langs de kant van de weg te wachten op klanten. Niet op het trottoir, want dat wordt ingenomen door dure Lexussen, Toyota Priussen of andere statusverhogende automobielen. Op de overige rijbanen krioelt het verkeer door elkaar heen. De middenberm van deze wegen wordt gevormd door een stevig stalen hek dat het onmogelijk maakt om op willekeurig welk moment over te steken. Op zich een goed middel om de verkeersveiligheid enigszins te verbeteren, ware het niet dat de Cambodjanen hier hun eigen oplossing voor hebben gevonden. Spookrijden! Ze steken gewoon over naar de andere weghelft op het moment dat het kan en vervolgen hun weg tegen de verkeersrichting in. Zo ook mijn motorrijder uit het begin van dit stukje, hij wilde gewoon de volgende afslag nemen. Het maakt het oversteken van de straat tot een bijzondere ervaring. Wachten tot er ruimte is en het verkeer stopt, betekent dat je er de volgende dag nog staat. Je gaat dus langzaam rijden (of lopen, dat werkt hetzelfde) en blijft je met een constante snelheid in rechte lijn voortbewegen. En dan maar hopen dat het kruisende verkeer om je heen beweegt… behalve natuurlijk als er zo’n statusverhogende automobiel aankomt, dan kun je beter zelf even uitwijken. Tot nu toe gaat het goed.

Eén reactie op “Verkeer”

  1. Ingrid Avatar

    Ik dacht dat Juba al een uitdaging was……. Succes daar en pas goed op jullie zelf! Groet, Ingrid

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.