Hagelslag

Wie kent niet het cliché van de Nederlandse vakantieganger die met de caravan naar Frankrijk gaat en eten meeneemt voor drie weken omdat al die zaken waar Nederlanders zo aan gehecht zijn daar niet te krijgen zijn. De zakken aardappelen, blikken groenten, Heineken of Amstelbier en natuurlijk broodbeleg, pindakaas en … hagelslag! Of het cliché klopt of niet, laat ik aan je eigen oordeel. Ik kan in ieder geval uit ervaring zeggen dat de meeste van de producten hierboven over de hele wereld wel verkrijgbaar zijn. Heineken is denk ik het meest verspreide exportproduct dat we hebben, tot in de verste uithoeken verkrijgbaar. Aardappelen en groenten zijn er altijd, hoewel soms in andere varianten dan de Nederlandse en minder verschillende soorten. Pindakaas blijkt vooral een Amerikaans product, en is in die Amerikaanse variant wereldwijd verkrijgbaar in twee soorten, met of zonder stukjes pinda. Het enige dat over het algemeen niet te koop is, is hagelslag. Soms is het in Angelsaksische landen verkrijgbaar, in hele kleine porties, bedoeld als taartversiering en niet als broodbeleg.

Ontbijt

Cambodja is een ontwikkelingsland met grote armoede, veel mensen leven onder of net boven de armoedegrens en hebben  moeite te overleven. Phnom Penh is in die zin bepaald niet representatief voor Cambodja, op veel plekken is van armoede niets te merken. Hier leven veel middenklasse of rijkere (lees: heel erg rijke!) Cambodjanen en er is een grote internationale groep van ontwikkelingswerkers/expats. Wij wonen in zo’n buurt met veel buitenlanders. We hebben hier dan ook twee behoorlijk grote supermarkten, gericht op de middenklasse Cambodjanen en buitenlanders. Vooral dat laatste geeft soms een vervreemdend effect bij het boodschappen doen. Het ene moment waan je je in een Franse supermarkt, met producten die we de afgelopen maanden in Frankrijk overal aantroffen. Het volgende moment denk je dat je in Engeland bent en dan weer in Japan of Thailand. Het is vooral raar als je daar loopt en ineens op een verpakking “slagroom” ziet staan, of “spliterwten”. In het Nederlands, ja. Het grappige is dat veel van de producten  niet staan gesorteerd op gelijke producten bij elkaar, zoals wij zouden doen, maar op de nationaliteit van de gebruiker. Franse producten bij franse producten, engelse bij engelse enz. (geen nederlands schap, zouden er te weinig Nederlanders hier zijn of zijn de producten niet onderscheidend genoeg?). Voor ons is die indeling soms lastig omdat wij nogal internationaal koken, dus we moeten regelmatig de hele supermarkt door om de producten te zoeken die we willen hebben. In de supermarkten is (vrijwel) alles te krijgen. Inclusief dus hagelslag! En dan niet in kleine porties, maar in kilozakken (ooit in Nederland gevonden buiten de groothandel?).

Aan de andere kant hebben we hier ook een lokale markt, waar allerlei heerlijks te krijgen is waarvan we regelmatig geen idee hebben wat het is. We hebben al verschillende soorten groenten uitgeprobeerd, waarvan één een soort een klein pompoentje bleek te zijn en een andere, met lange groene stengels en kleine blaadjes waarschijnlijk waterspinazie.  Erg lekker in ieder geval. Ook voor de niet-vegetariër zijn hier allerlei exotische dingen verkrijgbaar. Tot nu toe hebben we de gefrituurde insecten nog maar laten liggen, ze doen ons iets te veel denken aan kakkerlakken, maar wie weet vinden we nog een andere variant om uit te proberen.
Van het varken eten ze hier ongeveer alles. Uiteraard varkensvlees in allerlei soorten, maar ook varkensoor, varkenspoten, varkensneus, -hart, -lever of andere ingewanden liggen voor je klaar. De meeste ingewanden heb ik al eens uitgeprobeerd en dat vind ik echt niet lekker, maar hoe een oor of een neus smaakt? Hoe bereid je het eigenlijk?
Kippen verkopen ze hier met kop (om te onderscheiden van de eenden), en ook daarvan zijn de pootjes, levertjes én het vel apart te koop. Om kippensoep van te maken?
Wat een hele verbetering is na de beperkte verkrijgbaarheid in Zuid-Sudan, is het aanbod van vis. De Cambodjanen zijn niet alleen dol op vis, inclusief inktvis en garnalen, maar ze eten er ook veel van. 80% van de dierlijke proteïnen komt uit vis. Dat vinden wij dus helemaal niet erg! Meestal hebben we geen idee wat voor vis het is (de etiketten in de supermarkt zijn in het Engels, maar dat levert fraaie staaltjes op als “fish keb”. Niet echt behulpzaam.), maar tot nu toe smaakt het prima, dus ach. Er valt sowieso nog genoeg te experimenteren. Binnenkort maar eens kijken hoe we waterlelie kunnen bereiden. Suggesties welkom!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.