Een groot deel van ons werk bestaat uit het opbouwen van de capaciteiten van onze lokale collega’s door het delen van onze kennis en kunde. Dat maakt het werken voor VSO uniek. Niet zelf projecten doen maar samenwerken met lokale collega’s en op die manier bouwen aan hun vaardigheden (het omgekeerde werkt overigens net zo goed). Een belangrijke methode om dat te doen is door simpelweg het goede voorbeeld te geven. Is het belangrijk dat mensen op tijd op afspraken komen (of op hun werk komen), zorg dan vooral dat je zelf altijd op tijd bent. Wil je dat mensen informatie delen en hun werk plannen, laat dan zien hoe je dat doet door zelf te vertellen waar je mee bezig bent en hoe en wanneer je dat gaat doen. Het is overal ter wereld een belangrijk aspect van de aanpak van VSO’ers om juist dat te doen, en in Cambodja is het extra belangrijk. Door de cultuur hier zullen mensen het niet zeggen als er dingen gebeuren die niet kloppen. Aan de andere kant kijken ze naar wat invloedrijke mensen (en daar horen, helaas, buitenlanders per definitie bij) doen om te weten welk gedrag echt van ze verwacht wordt. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet is dus de kern van je geloofwaardigheid en van je mogelijkheden om verandering te realiseren.
Het delen van kennis en vaardigheden is dus het belangrijkste onderdeel van de werkwijze van VSO. Het leuke is dat ze dat aan beide zijden van het spectrum doen, VSO heeft al jarenlang een partnerschap met Randstad. Randstad deelt daarbij hun kennis en ervaring op het gebied van werving en selectie met VSO zodat de beste volunteers geworven kunnen worden. Medewerkers van Randstad krijgen de mogelijkheid om voor een kortere periode, 3 tot 6 maanden, via VSO een project te gaan doen in een ontwikkelingsland, wat binnen Randstad weer extra ervaringen en zeer gemotiveerde medewerkers oplevert. Afgelopen maand bestond dit samenwerkingsverband 10 jaar. Dat moest natuurlijk uitgebreid gevierd worden, inclusief allerlei marketing en promotie. Naar mijn gevoel is daar iets mis gegaan. Randstad sponsort een Formule-1 raceteam. Eén van de auto’s van dat team heeft de race op Silverstone gereden met het logo van VSO in plaats van dat van Randstad. Bovendien heeft een jonge volunteer van VSO een dag het team mogen bezoeken. VSO doet daar op haar website uitgebreid verslag van. Mooi natuurlijk, al die extra zichtbaarheid voor VSO, en logisch dat je daar uitgebreid aandacht aan besteed. Maar toch wringt er iets.
VSO heeft een strategie die bepaalt op welke gebieden VSO programma’s ontwikkelt en mensen inzet. Eén van de aandachtsgebieden, in elk land, wereldwijd, is klimaatverandering. Dat kan zijn in de vorm van een apart programma om de risico’s van klimaatverandering voor de lokale bevolking te verminderen of door het te integreren in andere, bestaande, programma’s. Veel van de landen waar VSO in werkt zijn immers extreem gevoelig voor de consequenties van klimaatverandering, zeker de arme bevolking. Het werkt ook de andere kant op, VSO wil ook zelf zijn steentje bijdragen aan de beperking van de uitstoot van broeikasgassen door bijvoorbeeld vliegreizen zoveel mogelijk te beperken. Maar als je klimaatverandering nou echt belangrijk vindt en er bij iedereen in je organisatie aandacht voor vraagt, hoe rijm je dat dan met je naam verbinden aan de Formule-1? Is dit nou echt het goede voorbeeld geven en doen wat je zegt?

Plaats een reactie