Mijn adem stokt in mijn keel, ik kijk nog een keer naar het scherm dat ik net geopend heb. Het was een ochtend als alle andere, na het opstarten van mijn computer eerst even het wereldnieuws bekijken via een Nederlandse krant, niets bijzonders. Het staat er echt, op die krantenpagina, ruim honderdvijftig Nederlandse doden bij een vliegtuigcrash. Koortsachtig probeer ik uit te vinden wat er gebeurd is, terwijl om mij heen ook bij Cambodjaanse collega’s het nieuws doordringt en mijn baas me komt vertellen hoe erg hij het vindt. Ik vraag me af hoe groot de impact van deze ramp in Nederland zal zijn. Het verdriet is onbeschrijflijk voor de nabestaanden, natuurlijk, maar een ramp van deze omvang wordt ook een collectieve gebeurtenis.
In 1992, tijdens de Bijlmerramp, studeerde ik in Madrid. Het was nog de tijd dat internet niet bestond en ik bezat zelfs geen televisie, dus ik hoorde het nieuws op de radio. Wat me toen overviel was puur ongeloof; dit kon niet gebeuren in Nederland, het gebeurde alleen op plekken ver weg waar het luchtverkeer niet goed geregeld was. De volgende ochtend heb ik de hele stad afgezocht op zoek naar een Nederlandse krant. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk te zijn, de meeste krantenkioskjes verkochten niets dat op een buitenlandse krant leek, en de paar die dat wel deden hadden hun Nederlandse kranten al verkocht, maar uiteindelijk lukte het. Hoewel ik die krant bijna letterlijk gespeld heb en ook de volgende dagen de ontwikkelingen uitgebreid gevolgd heb, merkte ik bij terugkeer in Nederland dat heel veel zaken minder indruk op mij gemaakt hebben of me helemaal ontgaan zijn.
Fysieke afstand lijkt te lijden tot emotionele afstand, het wordt toekijken vanaf de zijlijn in plaats van een beleving die het collectief versterkt. Ik ben ook hier onder de indruk van de speech van minister Timmermans, maar het gesprek van de dag gaat hier over iets anders en dat maakt de betrokkenheid anders. Het werkt zo met rampen, maar net zo hard met positieve collectieve belevenissen. Sport levert daar mooie voorbeelden van. Ik kan me nog heel goed de winst van het Nederlands elftal herinneren op het EK in 1988, daar was ik bij, dat heb ik meebeleefd. Maar de gouden medaille op de 800 meter van Ellen van Langen op de Olympische Spelen in 1992? Ik was nota bene in Barcelona om die Spelen te bekijken, maar ik herinner me veel minder dan de mensen die het in Nederland collectief hebben meegemaakt.
Die samenbindende belevingen bepalen voor een deel de identiteit van Nederlanders. De watersnoodramp, die voor velen toch echt voor hun geboorte heeft plaatsgevonden, maakt onderdeel uit van het collectieve geheugen, net als de moord op Pim Fortuyn. Gek genoeg lijkt het er dus op dat afstand in tijd daarbij minder van belang is dan fysieke afstand en het collectieve wellicht zelfs versterkt. Dat zou kunnen komen doordat iedereen dezelfde beelden zo vaak heeft gezien dat juist die in ieders geheugen zijn blijven hangen. Precies omdat beeld zo’n indruk maakt bij dit soort gebeurtenissen, heeft internet de collectieve beleving dichterbij gebracht. Via allerlei kanalen is het nu mogelijk de ontwikkelingen te volgen en de beelden binnen te laten komen, dus dat is wat ik doe. Toch, hoe vaak de tranen ook in mijn ogen schieten bij het lezen van de verhalen en het zien van de beelden, toch zal ook nu de collectieve Nederlandse herinnering aan de vliegramp in de Oekraïne een andere zijn dan wat ik hier in Cambodja beleef.

Plaats een reactie