Kleding

Twee weken geleden kocht ik een nieuwe broek in Siem Reap, de meest toeristische plek van Cambodja omdat het de toegang is naar Angkor. Het is het eerste kledingstuk dat ik hier gekocht heb. Ik was het niet van plan, maar het was een regenachtige middag en we hadden niet veel anders te doen dan over de (overdekte) markt zwerven, en toen zag ik een leuke broek voor weinig geld. Normaal gesproken draag ik hier vrijwel alleen rokken, maar soms is een broek ook wel handig. Nou is dit geen echte broek, maar een soort omslagbroek zonder knopen of rits, met pijpen die aan de zijkant open zijn. De stof is van lichtroze zijde, heerlijk licht, met ingeweven patronen in een iets donkerder kleur. Op de markt werd de broek verkocht als “echt Cambodjaans”, maar ik heb zo mijn twijfels.

Het weven van zijde is een oud Cambodjaans ambacht, met tradities die eeuwenoud zijn. Ook nu nog zijn er mensen die weven zoals het lang geleden gebeurde. Op dezelfde weefgetouwen die hun ouders en grootouders gebruikten weven ze patronen en stoffen die hun voorouders maakten, met een historie die tenminste dateert van het oude Angkor keizerrijk. Traditioneel was weven een taak van de vrouwen, maar toen het steeds meer een bedrijf werd raakten mannen ook betrokken en nu is het vaak een familiebedrijf. Deze zijde wordt niet verkocht aan grote bedrijven maar aan lokale of regionale groothandelaren die het op de lokale markt weer verkopen of er kleding van laten maken voor de lokale markt. Het zou leuk zijn als de stof voor mijn zijden broek hier vandaan komt, maar waarschijnlijk is dat niet zo. Op de markt in Siem Reap waren veel vergelijkbare broeken te koop, in verschillende kleuren. Dat betekent dat de stof in de fabriek gemaakt moet zijn in plaats van handgeweven door lokale producenten. Bovendien is het motief niet traditioneel Cambodjaans. Bij nader onderzoek blijkt het patroon Thais, dus waarschijnlijk is de stof gemaakt in een Thaise fabriek.

Terwijl de stof dus waarschijnlijk uit Thailand komt, zou het heel goed kunnen dat het naaien in Cambodja is gedaan, waar de prijs van arbeid lager is. De kledingindustrie in Cambodja is, net als in andere landen, gebaseerd op arbeid van vrouwen. Arme meisjes van het platteland vormen de arbeidskrachten in de fabrieken. Werk in de kledingfabriek is een kans voor hen om een inkomen te verwerven en hun familie te ondersteunen. Helaas is het meestal van korte duur omdat de arbeid zo zwaar is dat hun lichaam snel versleten is. Dat wordt niet als een probleem gezien omdat ze na een paar jaar werk toch geacht worden te trouwen en voor hun gezin te zorgen. In de Cambodjaanse situatie is het effect op de meisjes groter dan het verslijten van hun lichaam. De aantrekkingskracht van dit werk, het geld dat ze er mee kunnen verdienen, is de belangrijkste reden dat de deelname van meisjes aan middelbare school en vooral beroepsopleiding/universiteit veel lager is dan die van jongens (in het primair onderwijs is er nauwelijks verschil meer). Meisjes verlaten de school om in de fabriek te gaan werken, daartoe gestimuleerd door hun familie die onderwijs voor meisjes veel lager waardeert dan voor jongens. Het gebrek aan onderwijs beperkt hun toekomstmogelijkheden in hoge mate aangezien voor de meeste banen in Cambodja minimaal een diploma van de middelbare school vereist is.

In ieder geval zullen het niet de vrouwen die de kleding naaiden zijn die de winst van de productie ontvangen. De eigenaren van de fabrieken zijn meestal Chinese of Koreaanse zakenlieden, en zij zijn degenen die hoge winsten behalen. Maar er is een verandering gaande. De arbeiders in de kledingindustrie hebben het laatste jaar veel gedemonstreerd voor een hoger loon en zijn voor een deel succesvol geweest. De regering heeft het minimumloon voor de kledingsector aanmerkelijk verhoogd, hoewel het nog steeds niet genoeg is om een familie van de onderhouden. Volgens één van de fabriekseigenaren geen enkel probleem want “er is altijd overwerk”… De arbeiders zijn er zelfs in geslaagd om aandacht te krijgen voor verbetering van de arbeidsomstandigheden en de veelheid aan gezondheidsproblemen. Opmerkelijk genoeg is globalisering daar een belangrijke factor in geweest. Meestal wordt globalisering gezien als een factor die bijdraagt aan de slechte arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden, omdat de kosten zo laag mogelijk moeten zijn. In dit geval hebben consumenten een andere keus gemaakt. Ongetwijfeld mede wakker geschud door de rampen in de kledingindustrie in Bangladesh, zijn arbeiders in de kledingindustrie in Cambodja ondersteund door consumenten in de westerse wereld. Zij demonstreerden voor hun lokale kledingbedrijven om verbeteringen door te voeren. Dat heeft gewerkt omdat bedrijven uiteindelijk luisteren naar hun klanten en hun reputatie belangrijk vinden. Zouden we dan toch niet alleen aan onze portemonnee belang hechten?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.