Gezondheidszorg in Rwanda

Vrijwel alle Rwandezen zijn verzekerd voor de basisgezondheidszorg. Als ze dat niet zelf kunnen betalen, kan de overheid bijspringen en als ze iets meer willen dan alleen de basiszorg zijn particuliere verzekeringen vaak mogelijk. Dat betekent niet dat de gezondheidszorg hier op hoog niveau staat, zodra het een beetje ingewikkelder wordt zul je naar het buitenland moeten, en de meeste buitenlanders maken bij voorkeur gebruik van buitenlandse (huis)artsen (waaronder een Nederlandse en een Belgische) die zich in beperkte mate hier gevestigd hebben. Dat heeft een reden. In mijn vorige blog beschreef ik de neiging van veel Rwandezen om veel waarde te hechten aan de directieven van autoriteiten. Ik heb inmiddels zelf mogen ondervinden dat daar in de gezondheidszorg toch enige nadelen aan kleven.

Scene 1, een sollicitatiegesprek voor de positie van verpleger. De verpleger gaat werken in een instelling waar veel mensen wonen met een problematische achtergrond en waar de rest van het personeel niet beschikt over enige medische kennis.
De sollicitatiecommissie stelde een redelijk eenvoudige vraag aan de sollicitant: “Wat zou je doen bij een medische noodsituatie?”
“Ik zou mijn baas bellen.”, wat het antwoord.
Huh? Hoezo? Oké, misschien heeft hij de vraag niet helemaal begrepen. Nog een poging: “Je patiënt ligt bij jou in de behandelkamer dood te gaan. Wat doe je?”
“Ik bel mijn baas.”
Nu word ik toch nieuwsgierig en vraag naar het waarom. De baas beschikt immers over geen enkele medische kennis en kan dus geen advies geven.
“Om toestemming te vragen om iets te doen.”
We hebben deze sollicitant uiteindelijk niet aangenomen.
Ter verdediging van de Rwandese verplegers moet ik zeggen dat deze jongen net afgestudeerd was van de HBO verpleegkunde en dat de meer ervaren andere kandidaten een stuk beter antwoord gaven, maar het geeft wel te denken over de opleiding.

Scene 2, een doktersbezoek op een zaterdag. Helaas, de westerse artsen werken niet in het weekend. Dus voor spoedgevallen ben je aangewezen op de verschillende lokale privéklinieken, waar de communicatie met patiënten iets anders verloopt dan wij gewend zijn. Ik ging met 39 tot 40 graden koorts, na telefonisch overleg met de Nederlandse huisarts (gelukkig doen ze dat ook in het weekend) en een aardig idee wat ik mankeerde naar de kliniek. Nog even een testje en wat fysiek onderzoek om de diagnose te bevestigen, receptje voor antibiotica en klaar, zo was de gedachte. Maar nee, Rwandese artsen volgen het protocol.
Nadat ik de arts verteld heb wat de symptomen zijn en wat ik vermoed dat er aan de hand is, controleert hij eerst mijn temperatuur. “Nog steeds hoog”, constateert hij.
Ja, dat haalt je de koekoek, dat voel ik zo ook wel, daar heb ik geen thermometer voor nodig.
“Je zegt nu wel dat het waarschijnlijk X is, maar X alleen veroorzaakt niet zulke hoge koorts. Hoge koorts wordt hier meestal veroorzaakt door malaria. We moeten je dus testen op malaria.”
Ga je gang, joh, kan geen kwaad.
Hij vervolgt: “En aangezien je de symptomen van X hebt, hoeven we daar niet op te testen.”
Huh? Daar kwam ik nou net voor! Dus protesteer ik dat ik dat toch wel wil. Hij maakt er geen probleem van, als ik dat graag wil dan kan dat (je betaalt namelijk voor elk testje dat ze doen).
Dus terug naar de receptie van de kliniek, betalen, en naar het lab (in de gang naast de dokter!) voor de test. Wel weer geavanceerd: de testresultaten zijn binnen 40 minuten klaar en ze sturen je een sms als ze binnen zijn. Koffie drinken in het naastgelegen winkelcentrum dus (niet dat dat erg smaakt met koorts, maar je moet toch wat).
Terug bij de arts constateert hij: “Je hebt geen malaria, wel X, dus je hebt antibiotica nodig.”
Oké, dat gaat de goede kant op, nu het recept nog. Dat gaat hij ook gelijk uitschrijven. Als ik het in handen krijg, slaat de schrik me om het hart. Drie verschillende medicijnen en in hoeveelheden waarvan ik bij voorbaat al misselijk word. Eén blijkt gewoon paracetamol te zijn, de andere twee antibiotica. Voorzichtig probeer ik het nog: “Volgens mijn Nederlandse arts zou middel Y goed moeten werken.” Verbluft kijkt hij me aan.
“Dat middel werkt hier niet.” Enige twijfel op zijn gezicht. “Maar jij bent natuurlijk anders. Jij bent hier niet opgegroeid.”
Dus? Gaan we hier nog een conclusie aan verbinden? Misschien een ander recept? Maar nee, dat is te veel gevraagd, we hebben immers een protocol dat dit recept voorschrijft. Buiten toch nog maar even de Nederlandse huisarts gebeld. Ze schiet in de lach als ze hoort wat er voorgeschreven is: dat is schieten met een schot hagel. Bij voorkeur toch maar niet en het Nederlandse voorschrift opvolgen.
Later begrijp ik dat Rwandezen resistent zijn tegen veel soorten antibiotica omdat het vrij verkrijgbaar is (hoezo recept nodig?) en het regelmatig verkeerd gebruikt wordt en dat daarom dit middel voorgeschreven wordt. Wij zouden enig overleg tussen arts en patiënt verwachten…

3 reacties op “Gezondheidszorg in Rwanda”

  1. ria buyten Avatar
    ria buyten

    Ben toch blij dat je daar ook een nederlandse arts hebt. Groetjes

  2. silvanwiersma Avatar

    Hahahah gelukkig is het hier iets beter en minder protocol… maar sommige dingen zijn herkenbaar.

    1. Chryt Avatar

      Ja, ik denk dat sommige dingen wereldwijd voorkomen!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.