Bad Gastein is een kuuroord dat al vanaf de 19e in trek was bij de adel en keizers en koningen van Europa. Het water bevat radon, wat (wetenschappelijk bewezen!) positieve effecten heeft op de gezondheid. Door de aantrekkingskracht op de (extreem) welgestelden, staan er veel prachtige panden uit het begin van de 20e eeuw. Helaas is daarvan de afgelopen decennia veel vervallen geraakt, maar gelukkig worden er inmiddels weer een behoorlijk aantal opgeknapt.

Bij de bouw begin 20e eeuw was Grand hotel de l’Europe het grootste en meest luxueuze hotel van Europa, en het is nog steeds een prachtig indrukwekkend gebouw. Inmiddels zijn de hotelkamers omgebouwd naar appartementen. De art-deco galerij aan de zijkant van het gebouw huisvestte vroeger chique winkels, tegenwoordig is het de ingang van het Bad Gastein museum dat in het gebouw gevestigd is.

De parochiekerk van Bad Gastein is niet toegankelijk. Door het schuiven van de grindlaag waar de kerk op gebouwd is, in combinatie met de hoogte van het gebouw, zijn de muren niet volledig stabiel meer.

De Evangelische Christphoruskerk is van veel later datum, in 1960 gewijd.

Een gletsjermolen.
De ronding in de steen ontstaat als in een gat in de grond stenen terechtkomen die door het smeltwater van een gletsjer gaan ronddraaien. Als dat eeuwenlang doorgaat, ontstaat een soort vaasvorm in de steen. Deze werd zichtbaar doordat de rots aan één kant werd weggehakt voor bouwwerkzaamheden.
De vijver die nog over is aan de onderkant van de “vaas” dient nu als aquarium voor zalmen, die uiteindelijk in een nabijgelegen restaurant op de borden belanden.

Opslagplaats voor thermaalwater

Keizer Wilhelm monument.
De Duitse Keizer Wilhelm I onderging tussen 1863 en 1887 twintig keer een kuur in Bad Gastein en was een belangrijke promotor van de plaats als kuuroord.