Bao Dai was de 13e en laatste Keizer van Vietnam. Gekroond in 1926, trad hij in 1945 af na de Japanse overgave en droeg de macht over aan Ho Chi Minh’s communistische Vietminh. Maar in de Vietnamese politieke dynamiek op weg naar onafhankelijkheid bleek zijn rol nog niet uitgespeeeld en in 1949 was hij weer terug als staatshoofd, met steun van de Fransen, en vage beloften van onafhankelijkheid die nooit uitgevoerd werden. In 1955 was het definitief over en moest hij weer aftreden na een vervalst referendum.
Zoals de meeste belangrijke figuren in die tijd had Bao Dai een zomerverblijf op de hoogvlakte in Dalat. Het paleis, gebouwd in de jaren ’30 is nog grotendeels in originele staat, zowel buiten als binnen.





Op de benedenverdieping vond het officiële leven plaats, op de bovenverdieping het privéleven. De schaal van de eetruimte en zitruimte laat goed het verschil zien.




De slaapkamers, van linksboven met de klok mee: Bao Dai’s slaapkamer, die van zijn vrouw, de kroonprins, de prinsessen en de prinsen.





Voorouderverering is heel belangrijk in de Vietnamese cultuur, dus ook hier een altaar voor de inmiddels gestorven Bao Dai en zijn vrouw.


Plaats een reactie