Zoals de etnische minderheden het maken, iedere dag weer. Veel werk!
Eerst stamp je de nog rauwe bonen zodat ze kneuzen en de schillen loskomen.


Vervolgens stort je ze in kleine porties op een platte mand en schud je die goed, zodat de schillen van de bonen gescheiden worden en je alleen de bonen overhoudt.


Dan maak je een heel heet vuur, zet daar een droge pan op, bonen er bij en roeren maar! Wel met stokjes uiteraard. Zo worden de bonen geroosterd.



Weer op de platte mand om af te koelen, terwijl je tegelijk op het overblijvende vuurtje water kookt. En dan de bonen nog een keer stampen om er poeder van te maken.



Tenslotte vul je een “sok” (koffiefilter) met het koffiepoeder en giet je er voorzichtig het hete water op.


En dan: koffie! Bij voorkeur gedronken met gecondenseerde, zoete melk. Als je liever ijskoffie drinkt mogen een paar ijsklontjes ook.


Plaats een reactie