Er is geen functionerende gezondheidszorg in Zuid-Sudan. Als het er wel zou zijn, was het onbetaalbaar. Niet omdat het zo duur is om medicijnen te distribueren in een land waar de wegen het grootste deel van het jaar onbegaanbaar zijn. Niet omdat het personeel van de gezondheidscentra een groot deel van de dag niets doet omdat er te weinig patiënten in de omgeving wonen om ze bezig te houden. Niet omdat mensen hier veel ziek zijn als gevolg van het klimaat en de slechte levensomstandigheden. Het is allemaal waar, maar de belangrijkste reden is de houding van Zuid-Sudanezen tegenover gezondheidszorg. Je gebruikt er simpelweg zoveel mogelijk van.
Afgelopen week was ik ziek. Niet een beetje hangerig of zo, maar tegen de veertig graden koorts. Ik kan me de tijd niet heugen dat ik dat eerder heb gehad, misschien als kleuter. Om drie uur ging ik van kantoor naar huis omdat ik me niet lekker voelde. Volgens mijn collega’s moest ik gelijk langs de kliniek om me te laten onderzoeken. Zullen we eerst even afwachten of ik echt ziek ben? Ik ben in bed gekropen en heb daar liggen draaien totdat het beter werd. 24 uur ellende, bijna op de minuut af, en toen ging de koorts naar beneden. Ik werd vanzelf wel weer beter, dacht ik. Daar dachten mijn lieve collega’s anders over toen ze op ziekenbezoek kwamen. Ik moest toch wel minstens mijn bloed laten onderzoeken, want misschien had ik wel malaria. Nou is malaria hier ongeveer wat griep in Nederland is, als je je niet lekker voelt of een beetje hoofdpijn hebt, noem je het gelijk malaria. Alleen kun je aan de echte nogal snel doodgaan. Maar goed, dat bij malaria de koorts niet zo snel naar beneden gaat, zouden ze hier toch moeten weten. De dag erna kwam ik weer op kantoor. De eerste vraag was niet: hoe voel je je nu? Nee, het was: welke medicijnen gebruik je? Op mijn verblufte antwoord dat ik helemaal geen medicijnen gebruik volgde een compleet niet-begrijpende blik. Ik was toch ziek geweest? Ik had toch wel genoeg geld om medicijnen te kopen? Dan doe je dat dus, of het nou nodig is of niet. Toen René naar het ziekenhuis ging omdat hij een plek op zijn hiel had die na weken niet overging, kreeg hij niet alleen corticosteroïdenzalf maar ook gelijk maar een kuurtje antibiotica. Als het één niet werkt, het ander misschien wel.

We hebben hier in Wau een redelijk luxe situatie voor de gezondheidszorg. Het staatsziekenhuis zou ik liever niet komen, maar we hebben nog een ziekenhuis. Dat levert in ieder geval fatsoenlijke zorg op huisartsenniveau, met dank aan de katholieke missie. Dat geldt niet voor veel van onze VSO-collega’s elders. Die zijn afhankelijk van de plaatselijke gezondheidscentra. De simpele ziektes als buiktyfus kunnen nog wel behandeld worden, mits de diagnose gesteld kan worden (en anders is de diagnose gewoon die ziekte waarvoor ze medicijnen beschikbaar hebben). Dat is regelmatig niet zo, dus moeten de meeste collega’s daarvoor naar Juba. Een milde vorm van malaria hebben ze meestal ook nog wel de pillen voor, hoewel je op moet passen voor de lokale voorkeur voor een infuus met kinine. Maar na het leveren van dit soort zorg zijn de mogelijkheden ook wel uitgeput. Als er echt iets aan de hand is, moet je het land uit. Dat is al heel wat van onze collega-VSO’ers hier overkomen. Ernstige malaria, een afgebroken tand, pijn in je oog? Het betekent allemaal een reis naar het ziekenhuis in Nairobi. Helemaal erg wordt het als er mentale problemen zijn. In een land waar ruim een derde van de bevolking (en dat is een lage schatting!) kampt met een trauma als gevolg van de oorlog, bestaat psychische gezondheidszorg simpelweg nog niet. Laat staan iets dat voor Europeanen geschikt is. Onze huisgenote kampt met depressieve gevoelens. De enige optie is terug naar huis gaan voor onderzoek en behandeling. Meerdere van de collega’s voelen zich gestresst en hebben moeite om zich staande te houden. Ze ervaren de omstandigheden soms als zwaar, zeker met de hitte van de afgelopen weken. VSO erkent dat ook en biedt de mogelijkheid om een keer extra naar Europa te gaan als we hier een jaar geweest zijn. Ondertussen heb ik toch nog regelmatig een vakantiegevoel van die zon, dat kan dus ook. Ik hoop alleen nog lang gezond te blijven hier!

Geef een reactie op Monique Reactie annuleren