“In 1975, ik was toen 10 jaar oud, kwamen de Rode Khmer aan de macht. Ze dwongen mijn familie, mijn ouders en 7 kinderen, te vertrekken uit het dorp waar we woonden. Zoals zo vaak gebeurde in die tijd, werd de familie van elkaar gescheiden. Mijn ouders werden naar een plek gebracht, de kinderen verspreid over andere plaatsen. In 1979, toen het bewind van de Rode Khmer in een groot deel van Cambodja eindigde, keerde ik terug naar de plek waar ik geboren was. Alleen mijn jongste zuster was nog in leven.”
Dit is het verhaal van Cambodjanen van mijn leeftijd of ouder, rustig, bijna afstandelijk verteld door één van hen. Anderen hebben vergelijkbare verhalen, die ze al of niet bereid zijn te vertellen. Ze hebben allemaal het bewind van de Rode Khmer overleefd en een (groot) deel van hun familie verloren, gruwelen gezien, meegemaakt, die voor ons onvoorstelbaar zijn. Betrouwbare cijfers zijn er niet, maar de aanname is dat zo’n 2 miljoen mensen zijn omgekomen door honger, dwangarbeid, mishandeling of executie, ongeveer een kwart van de bevolking.
Afgelopen week, bijna 35 jaar na dato, heeft het Cambodja-tribunaal, verantwoordelijk voor de berechting van de voormalige kopstukken van de Rode Khmer, eindelijk weer eens een vonnis geveld. De beide verdachten in deze zaak zijn veroordeeld tot levenslang in het tweede vonnis sinds de oprichting van het Tribunaal. Gezien de gruwelijkheden zou je denken dat de Cambodjanen blij zouden zijn met het vonnis. En ja, voor een deel is dat ook zo, maar dat geldt niet voor iedereen, de reacties zijn verrassend gemengd. Dat heeft er mee te maken dat de Rode Khmer niet verdwenen zijn uit Cambodja.
De Vietnamese invasie in Cambodja in 1979, die het regime van Pol Pot beëindigde, was niet het einde van de Rode Khmer. De strijders van de Rode Khmer trokken de jungle in, in het noorden en westen van Cambodja. Met steun van de VS en China overleefden ze daar en voerden guerilla-aanvallen uit. Tot 1989 (niet toevallig eveneens het jaar van de val van de Berlijnse muur) was de vertegenwoordiger van de Rode Khmer de officiële woordvoerder van Cambodja in de Verenigde Naties. Pas in 1999 eindigde de burgeroorlog daadwerkelijk met de opname van de laatste strijders in het reguliere leger. Pol Pot was een jaar daarvoor onder onopgehelderde omstandigheden overleden. Dat het zolang heeft kunnen duren voordat de Rode Khmer uiteindelijk verdween, heeft niet alleen te maken met internationale steun voor de beweging. Het betekent ook dat de lokale steun voor de Rode Khmer tot die tijd heeft voortgeduurd, en misschien nog steeds wel voortduurt onder een deel van de bevolking.
De mensen die de Rode Khmer steunen of steunden zien nu de mensen die zij bewonder(d)en, die met hen vochten voor het land, veroordeeld worden. Ook al heeft het Tribunaal slechts de opdracht de leiders van de beweging te vervolgen, toch zijn veel mensen bang voor gevolgen voor zichzelf als het Tribunaal zijn werk voortzet. Bovendien, en minstens zo belangrijk, hebben veel van de huidige politieke leiders een verleden in de Rode Khmer. De minister-president is lid geweest van de Rode Khmer, voordat hij naar de Vietnamezen overliep en met hen het land veroverde, en hij is bepaald niet de enige.
Tegenwerking vanuit de Cambodjaanse regering wordt door velen als een belangrijke oorzaak gezien waardoor het Tribunaal zo moeizaam en laat tot stand kwam en zo traag verloopt. Mogelijk is het huidige vonnis ook het laatste vonnis. Er zijn nog meer zaken in onderzoek, maar de verdachten zijn oud en meestal in slechte gezondheid en de duur van de processen is lang. In westerse ogen, met in het achterhoofd de jacht op de laatste overlevende Nazi’s, zou je verwachten dat dit aanleiding is om haast te maken met de vervolging van de overgebleven Rode Khmer-leiders, voordat dat onmogelijk wordt. Maar de Cambodjanen hebben ook cultureel een moeizame verhouding met het Tribunaal. Het past niet in de manier waarin zij met conflicten omgaan. Verzoening is een belangrijke factor, veel eerder dan vergelding, en dat heeft er toe geleid dat de meeste voormalige Rode Khmer al jarenlang “vreedzaam geïntegreerd” zijn in de Cambodjaanse samenleving. Voor veel Cambodjanen is het met dit vonnis goed geweest, er is recht gesproken, het Tribunaal heeft zijn waarde gehad, en daarmee is het klaar.
De veroordeelden kunnen binnen 30 dagen nog in beroep tegen het vonnis. Afgaande op de commentaren van de, deels Nederlandse, advocaten zal dat wel gebeuren.
Update: er is inderdaad, binnen de termijn, hoger beroep ingesteld.

Geef een reactie op Eindexamen | chryt Reactie annuleren