
Murambi Hill lijkt een idyllische plek. Op de top van een heuvel, slechts bereikbaar via een slecht aangegeven stofweg. Aan alle kanten glooien de groene hellingen richting de vallei om vandaar weer net zo groen te stijgen naar de volgende heuvel. Een prachtig uitzicht, hier en daar een huisje, wat landbouw, wat koeien, meer gebeurt er niet. Op de top van de heuvel staat een verzameling gebouwen die al van verre herkenbaar zijn als schoolgebouwen, zoals er zoveel te vinden zijn in deze regio. Met één verschil. Hier is nooit lesgegeven.
Het complex was bij de bouw wel degelijk bedoeld om als school te dienen, een technische school voor de regio, maar het was nog niet klaar toen de genocide startte. De Tutsi’s uit de omgeving vluchtten eerst naar de kerk aan de voet van de heuvel, maar zij werden geadviseerd, ogenschijnlijk voor hun veiligheid, naar de technische school te gaan. De volgende dagen volgden 50 tot 60.000 mannen, vrouwen en kinderen dat advies op. Toen ze een paar dagen op Murambi Hill waren, werd de toevoer van voedsel en water gestaakt. De eerste aanval van gewapende milities werd met veel lef en stenen afgeslagen, maar de dag erna, op 21 april 1994, volgde een aanval van diezelfde milities, gesteund door het leger, gewapend met geweren, granaten, machetes en knuppels, die door de verzwakte Tutsi’s niet meer afgeslagen kon worden. Slechts een enkeling overleefde de slachting.

Tegenwoordig is de plek één van de heftigste Genocide Memorials in Rwanda. Niet vanwege de expositie in het hoofdgebouw, die vergelijkbaar is met het Genocide Memorial in Kigali maar iets minder uitgebreid. Na de slachting zijn met bulldozers massagraven gegraven waar de slachtoffers in gedumpt zijn. Door de hitte die bij het vergaan van de lichamen ontstond, zijn een aantal van de lichamen min of meer gemummificeerd. Bij het ruimen van deze massagraven zijn deze “mummies” verder geprepareerd met kalk, waardoor ze bewaard zijn gebleven, als witte geesten van wat ze ooit waren. Ruim 800 van deze lichamen liggen op houten rekken in de klaslokalen en slaapzalen achter het hoofdgebouw. Door het conserveringsproces zijn ze letterlijk bewaard gebleven zoals ze in hun laatste moment waren. De angst nog op hun gezicht, een man die zijn hoofd met zijn handen probeert te beschermen, een moeder met haar baby in haar armen, soms hebben ze hun haar nog, soms alleen een gapend gat in hun schedel. Eén gruwelijke aanklacht tegen wat hen is overkomen.


Geef een reactie op ria buyten Reactie annuleren